Huisvesting
Het is belangrijk dat dwerggeiten een goede huisvesting hebben. Wanneer de huisvesting goed is, kunnen de dwerggeiten hun natuurlijke gedrag vertonen. Dwerggeiten komen van nature voor in bergen in Afrika en daardoor zijn ze goede klimmers en springers. Hierdoor hebben ze klimmogelijkheden nodig, maar ook een goede omheining om ze binnen te houden. Ze houden niet van tocht en regen en is een goede stal of schuilhok nodig. In dit artikel worden deze en andere onderdelen van de huisvesting beschreven en ook wat de veranderingen zijn qua huisvesting voor, tijdens en na de dracht. Ook wordt er beschreven met welke instanties en regels je te maken krijgt.
Gewone huisvesting dwerggeiten
Stal algemeen
De stal moet tochtvrij en droog zijn, omdat dwerggeiten een
hekel hebben aan nattigheid en tocht. Ook moet er veel licht in de stal zijn,
door bijvoorbeeld grote ramen of een lichtdoorlatende dakbedekking te plaatsen
of gebruik te maken van tl-buizen. Er moet een goede ventilatie zijn in de
stal, dit kan door middel van een openstaande deur of een ventilatiesysteem,
hierbij mag geen tocht ontstaan. Isolatie van de stal is niet nodig. De
ondergrond van de stal moet verhard zijn en daar bovenop kun je een laag
zaagsel strooien om al het vocht op te nemen. Daar weer bovenop strooi je een
laag stro, zodat de geiten lekker kunnen liggen.
Voerplekken
Er moeten ook voerbakken in de stal aanwezig zijn. Deze moet
je op een hoogte van 50 cm bevestigen, omdat de lammetjes er dan nog bij
kunnen, maar er geen uitwerpselen in kunnen komen. Je kunt er ook voor kiezen om
de bakken elke keer na het voeren weer te verwijderen, zodat er geen
uitwerpselen in komen. Ook heb je een hooiruif nodig, deze kun je bevestigen op
80-100 cm boven de grond. De hooiruif moet mazen hebben van 3 tot 5 cm, omdat
er anders te veel hooi op de grond valt en niet meer opgegeten wordt. Voor het
water kun je gewoon een emmer gebruiken die je op dezelfde hoogte hangt als de
voerbakken. Het nadeel is wel dat je deze elke dag moet reinigen. Je kunt ook
drinknippels gebruiken, deze bevestig je op een hoogte van 55 cm in de stal.
Het voordeel is dat het water niet opraakt en ook niet elke dag gereinigd
hoeven te worden. Je kunt ook een liksteen plaatsen, zodat de geiten extra
mineralen binnen krijgen. Wanneer de dieren samen gehuisvest zijn, is een grote
hooiruif en een paar drinkbakken/nippels en voerbakken genoeg. Wanneer de dwerggeiten apart
zijn gehuisvest, heb je van deze materialen natuurlijk voor elke geit alles één nodig. Voor meer informatie over de voeding van de dwerggeiten, zie het onderdeel voeding.
Soorten stallen
Je kunt de geiten in een loopstal houden, dit betekent dat je alle geiten in
één ruimte houdt. Je kunt de stal ook verdelen in een aantal afdelingen, dit wordt ook wel de
boxenstal genoemd. Bij een loopstal heb je ongeveer 1,4 vierkante meter nodig per geit. Het
voordeel is dat het sociale gedrag op de natuurlijke manier plaatsvindt. Het
nadeel is dat er vaak weinig rust is en de dieren die lager in rang staan vaak
worden gestoten.
Wanneer je de geiten in een boxenstal houdt, is het verstandig
om ervoor te zorgen dat ze wel contact houden met de groep, want hierdoor is
het rustiger in de stal. Dit kun je onder andere doen door gleuven, mazen of
stevig gaas te plaatsen. Zo’n hok moet per geit met eventuele jongen ongeveer
1,5-2 vierkante meter groot zijn, met een hoogte van ongeveer 1 meter. Je kunt kleine luikjes aanbrengen in de hokken, zodat de lammetjes door de voergang kunnen lopen en daar met elkaar kunnen spelen. Deze luikjes kun je bevestigen met haakjes of magneetjes en moeten ongeveer 20 cm hoog en 15 cm breed zijn. Het voordeel is de geiten elkaar niet stoten en dat nieuwe dieren zo kunnen worden geplaatst. Het nadeel is dat er tussen de volwassen dieren weinig sociaal contact is, dus alleen wanneer ze in de wei staan.
Een derde mogelijkheid is de bindstal, hierin staan de
volwassen geiten vastgebonden met een halsband aan een ketting van 50-60 cm.
Soms zijn de dieren ook nog met een schutting van elkaar gescheiden. Het
voordeel hiervan is dat ze sociaal contact hebben, maar elkaar niet kunnen
stoten. Nadelen zijn dat vastbinden en losmaken lang duurt en dat agressieve
dieren soms een aftekening in de hals krijgen van de halsband.
Weide
Het is het makkelijkste als de weide aan de stal ligt,
zodat ze wanneer ze maar willen naar binnen en buiten kunnen. Als dit niet
mogelijk is, moet er in de weide een schuilhok worden geplaatst, zodat ze
kunnen schuilen voor regen en felle zon. Het is aan te raden om verharding, bijvoorbeeld tegels, aan
te brengen rondom de stal als die in de wei ligt. Het is hierdoor beter schoon
te maken en dit is nodig omdat de geiten hier vaak beschutting zoeken bij
wind of een felle zon. Het is ook mogelijk om de geiten op een volledige verharde
ondergrond te houden, maar dan moeten ze altijd onbeperkt hooi tot hun
beschikking hebben.
Attributen in de wei
Geiten houden van klimmen en daarom is het belangrijk dat ze
ook klimmogelijkheden hebben. Voorbeelden hiervan zijn een hoop stenen of
boomstronken, maar ook hele klimrekken van loopplanken. Ook kun je bezems aan deze klimrekken bevestigen, zodat ze
zich kunnen schuren als ze jeuk hebben. Als er bomen in de wei staan, kun je deze het beste afschermen met bijvoorbeeld gaas, want anders knabbelen de geiten de schors er van af. Als de wei niet bij de stal ligt, moet ook hier een drinkmogelijkheid zijn, dus een emmer of drinknippel.
Omheining wei
De omheining moet minstens 1,25 m hoog zijn, omdat de geiten
er anders overheen komen. Je kunt hiervoor harmonicagaas of schapendraad
gebruiken. De geiten gaan wel eens schuren en hierdoor kan het gaas bol gaan
staan. Je kunt dit voorkomen door prikkeldraad of stroomdraad op te hangen op
een hoogte van 20-30 cm. Je kunt ook puntgelast gaas gebruiken, dit is duurder
maar vervormd niet. Ook kun je schapennet gebruiken, deze afrastering staat
onder zwakstroom. Het nadeel is dat er veel stroom kan weglekken, doordat er
gras tegen groeit. Als je zoals eerder genoemd is, bezems ophangt, zullen de geiten waarschijnlijk niet tegen de hekken schuren en kun je gewoon harmonicagaas gebruiken.
Huisvesting tijdens bronstcyclus en dekking
Er moet natuurlijk ruimte zijn voor de bok(ken), wanneer
deze blijft/blijven overnachten.
Verder zijn er geen speciale eisen en kun je gewoon de standaard huisvesting aanhouden.
Verder zijn er geen speciale eisen en kun je gewoon de standaard huisvesting aanhouden.
Huisvesting tijdens dracht
_
Het is tijdens de dracht erg belangrijk dat de geiten geen
stress krijgen. Hier kun je voor zorgen door bijvoorbeeld wanneer een geit naar
een kraamstal moet, dit al een paar dagen van te voren te doen en niet wanneer
de bevalling begint. Als de geiten in een groepshuisvesting/loopstal staan, is
het vaak verstandig om de dominante geit(en) vast te zetten of in een apart hok
te plaatsen. Deze geiten zullen vaak andere geiten stoten om hun dominantie te
laten zien en dat kan voor miskramen of andere problemen zorgen bij drachtige
geiten. De kraamhokken moeten schoon zijn voor de geiten hier in gaan. Als elke geit apart staat in een eigen kraamhok, krijgen ze veel meer rust dan in groepshuisvesting en hierdoor hebben ze minder stress. Verder
gelden dezelfde huisvestingseisen als bij de gewone huisvesting.
Huisvesting tijdens en na de geboorte
Het is handig als elk moederdier een eigen hok heeft, zodat
ze samen met haar lammetjes zit. Op deze manier kunnen andere moederdieren deze
lammetjes niet stoten. Ook is het veel rustiger in de stal. Het kan wel dat je
alle geiten samen houdt, maar dan is het handig om de moeder na de
bevalling even een dag apart te zetten met haar lammetjes. Hierdoor kunnen
moeder en kind aan elkaar wennen en hebben ze een dagje rust.
Huisvesting tijdens opfok
Bij professionele bedrijven worden de lammetjes na een paar
dagen bij de moeder weggehaald en samen in een aparte stal gezet. Als je de
geiten voor de hobby houdt, kun je de lammetjes het beste bij de moeders laten.
Dit betekent namelijk dat je de lammetjes niet met de fles op
hoeft te voeden. Voor deze lammetjes gelden dezelfde huisvestingseisen als bij
de normale huisvesting. Je hebt voor lammetjes natuurlijk wel minder ruimte nodig dan voor volwassen geiten: per lammetje ongeveer 0,25-0,3 vierkante meter.
Lammetjes die verstoten zijn of waarvan de moeder is overleden, kunnen geen melk bij de moeder drinken en moeten dus met de fles worden gevoerd. Dit betekent meestal ook dat het geitje niet in de gewone huisvesting kan blijven, maar in huis belandt bij de verzorger. Dit komt doordat ze zeker in het begin vaak melk krijgen en je de gezondheid goed in de gaten moet kunnen houden. Je kunt de lammetjes dan een luier omgeven en ze een bak met stro geven om in te slapen. Verder hebben ze wel bewegingsruimte nodig, dus moeten ze door het huis of de tuin kunnen rondlopen. Je kunt ze ook in een aparte stal huisvesten, maar hier moet het dan wel rond de 20°C zijn. Wanneer ze (bijna) geen melk meer nodig hebben en zelfstandig kunnen eten, kunnen ze terug naar de gewone huisvesting.
Lammetjes die verstoten zijn of waarvan de moeder is overleden, kunnen geen melk bij de moeder drinken en moeten dus met de fles worden gevoerd. Dit betekent meestal ook dat het geitje niet in de gewone huisvesting kan blijven, maar in huis belandt bij de verzorger. Dit komt doordat ze zeker in het begin vaak melk krijgen en je de gezondheid goed in de gaten moet kunnen houden. Je kunt de lammetjes dan een luier omgeven en ze een bak met stro geven om in te slapen. Verder hebben ze wel bewegingsruimte nodig, dus moeten ze door het huis of de tuin kunnen rondlopen. Je kunt ze ook in een aparte stal huisvesten, maar hier moet het dan wel rond de 20°C zijn. Wanneer ze (bijna) geen melk meer nodig hebben en zelfstandig kunnen eten, kunnen ze terug naar de gewone huisvesting.
Regels en instanties
I&R (Identificatie en Registratie)
Vanwege dierziektecrisis of problemen met de volksgezondheid
is het in Nederland verplicht om alle geiten te registreren, zodat er wanneer
nodig meteen gehandeld kan worden. Om deze registratie te kunnen doen, heeft de verblijfslocatie
van de geiten een UBN (uniek bedrijfsnummer) nodig, dit geldt voor ondernemers,
maar ook voor hobbyfokkers. Ook heeft elke geit een oormerk nodig met een eigen nummer
erop. De volgende meldingen doe je aan I&R:
- Geboortemelding: wanneer er een lam is geboren;
- Aanvoermelding: wanneer je een geit koopt of verplaatst naar een andere locatie;
- Afvoermelding: wanneer je een geit verkoopt, laat slachten of verplaatst naar een andere locatie;
- Importmelding: wanneer je een geit importeert vanuit het buitenland;
- Exportmelding: wanneer je een geit exporteert naar het buitenland;
- Doodmelding: wanneer een dier dood is gegaan of wordt vermist;
- Q-koorts vaccinatie melding: wanneer je een geit inent tegen q-koorts;
- Vervangend merkmelding: wanneer een geit een oormerk verliest en een vervangend oormerk krijgt;
- Merkblokkademelding: wanneer een oormerk onbruikbaar of vermist is;
- Merkoverdrachtmelding: wanneer oormerken aan een andere houder zijn gegeven of verkocht;
Huisdierenlijst zoogdieren
Dit is een lijst met alle zoogdieren die je vanaf 1 februari
2015 in Nederland mag houden.
De geit is een van de diersoorten die je mag houden en waarvoor alleen de algemene welzijnseisen gelden.
Deze algemene welzijnseisen kun je vinden op http://mijn.rvo.nl/welzijnseisen-voor-dieren.
De geit is een van de diersoorten die je mag houden en waarvoor alleen de algemene welzijnseisen gelden.
Deze algemene welzijnseisen kun je vinden op http://mijn.rvo.nl/welzijnseisen-voor-dieren.
De Wet dieren
Wanneer je bedrijfsmatig of hobbymatig dieren houdt, ben je
verantwoordelijk voor het welzijn van deze dieren.
In deze wet staan de regels waar je je aan moet houden. De Wet dieren bestaat uit:
In deze wet staan de regels waar je je aan moet houden. De Wet dieren bestaat uit:
- Besluit en Regeling diergeneesmiddelen;
- Besluit en Regeling diervoeders;
- Besluit en Regeling dierlijke producten;
- Besluit en Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren;
- Besluit en Regeling houders van dieren;
- Besluit en Regeling diergeneeskundigen.
Dierziektes melden
De bestrijding van dierziektes is erg belangrijk, niet alleen voor dierenwelzijn, maar ook voor de volksgezondheid en de economie. Daarom is het voor veehouders verplicht om bepaalde dierziektes te melden, welke ziektes dat zijn, vind je hier. Als je denkt dat een van je geiten een van deze ziektes te heeft, kun je dit melden door te bellen naar het Landelijk meldpunt voor dierziekten: (045) 546 31 88. Daarna geeft het meldpunt alle gegevens door aan het VIC (Veterinair Incidenten- en Crisiscentrum) van de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) en deze beoordeelt wat er moet gebeuren.
Wasplaats
Ook is het voor veehouders verplicht om een eenvoudige
wasplaats te hebben om de verspreiding van ziektes tegen te gaan. Veewagens
moeten elke keer na het lossen van dieren worden gereinigd en ontsmet. Deze
wasplaats is verplicht als je tien of meer evenhoevigen (dus bijvoorbeeld
geiten) houdt of als je dieren vervoert met een eigen vervoermiddel.
De bovenstaande afbeeldingen zijn eigendom van diverse bronnen.
Deze zijn te vinden in het onderdeel afbeeldingsbronnen.
Deze zijn te vinden in het onderdeel afbeeldingsbronnen.